Jacob Leendert van Rij (1906 - 1945)
Jacob Leendert van Rij werd op 5 oktober 1906 in Ridderkerk geboren en woonde tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn vrouw Alie (meisjesnaam Boon) en zoon Jaap op de Broekweg 15 (nu J.L. van Rijweg) in Zoetermeer. Jacob was wachtmeester bij de marechaussee en was actief in het verzet als lid van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), waar hij samenwerkte met onder anderen Cornelis van Eerden en Jan Hoorn. Zijn schuilnaam was Heuf.
Op 29 april 1945 kwam Jacob Leendert van Rij tijdens een uitbraak uit het Jachthuis in Zevenhuizen om het leven. Hij en de andere omgekomen verzetsstrijders uit Zoetermeer werden later herbegraven in een eregraf bij de Oude Kerk.
Van Rij in het verzet
Hoewel Jacob Leendert van Rij een bekwame leider van het Zoetermeerse verzet leek, werd Joop Kentgens gekozen vanwege Van Rij's opvliegende karakter. Professor P. Heertjes, de regionale commandant, vond dit ongeschikt. Van Rij was vanaf het begin van de oorlog fel tegen de Duitsers en hun aanhangers. Hij hield een lijst bij van pro-Duitse personen en NSB-leden, zodat zij na de oorlog konden worden berecht. Daarnaast werkte hij mee aan het bestrijden van de zwarthandel in Zoetermeer. Als boeren illegaal vlees slachtten, vorderde Van Rij het samen met andere verzetsleden 'in naam van de koningin en vaderland'. Dit vlees ging naar Slager Vollebregt in de Dorpsstraat, die er producten van maakte voor mensen die onderduikers hielpen. De rest ging naar Toon Fraasen van café 'Ons Genoegen', waar soep werd gemaakt voor mensen die voedsel kwamen halen. De erwten en bonen in de soep waren ook door Van Rij en het verzet in beslag genomen van zwarthandelaren of boeren die te hoge prijzen vroegen.
De overval op het jachthuis
In april 1945 waren 16 verzetsleden, waaronder Joop Kentgens, Jacob Leendert van Rij en John McCormick, ondergedoken in een jachthuis in Zevenhuizen. Op 29 april 1945, vlak voor de bevrijding, werd het jachthuis overvallen door Duitse militairen. Vermoedelijk door verraad kwamen de Duitsers dit onderduikadres te weten. Er ontstond een schietpartij waarbij John McCormick om het leven kwam en verzetsman Joop Kentgens een kogel in zijn gezicht kreeg. Later bleek dat Joop Kentgens de aanval had overleeft. Van Rij nam de leiding en besloot tot een uitbraak. Tijdens deze poging raakte zijn vrouw Alie gewond aan haar been, maar hun zoon Jaap wist te ontsnappen. Van Rij dekte de aftocht en slaagde erin meerdere Duitse soldaten uit te schakelen. Dankzij zijn dapperheid konden de onderduikers van het jachthuis zich in veiligheid brengen. Bij de strijd was Van Rij gewond geraakt. Hij hield zich nog stand in het moeras aan de Rotte, totdat hij uitgeput voorover viel en verdronk. Jacob Leendert van Rij en McCormick werden op 4 mei 1945 in Zevenhuizen begraven.
Later, op 31 oktober 1945, werd Jacob Leendert van Rij en McCormick met militaire eer herbegraven bij de Oude Kerk in Zoetermeer, samen met de Zoetermeerders Jan Hoorn en Cornelis van Eerden, die op 5 mei tijdens de bevrijding waren omgekomen.
Postuum werd Van Rij bij Koninklijk Besluit van 10 april 1953 onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Op 21 april 1990 werd als herinnering een monument onthuld bij het jachthuis in Zevenhuizen, op de kruising van de Tweemanspolder en het Koornmolengat.
Bronnen:
- www.oudsoetermeer.nl
- www.jollyduck.com
- zoetermeermijnstad.nl
- Foto's: collectie Historisch Genootschap Oud Soetermeer (HGOS)