Wietske Alberts en Vincent Pouw

Zorg en aandacht bij de kledingbank

'Met elkaar, voor elkaar', dat is waar de afkorting MEVE voor staat. En dat is eigenlijk ook waar dit verhaal over gaat. Het is het verhaal van Wietske Alberts en Vincent Pouw. Twee mensen die hun hart verpand hebben aan de kledingbank in de Waterbuurt. Samen coördineren ze al het werk dat nodig is om van deze noodzakelijke winkel een succes te maken.

Onder de flat aan het Dijkwater is er plek voor boetiek MEVE waar mensen met een laag inkomen graag komen. Het aanbod van tweedehands kleding is groot. Voor vrouwen, mannen en kinderen. Er zijn 5000 mensen ingeschreven die met elkaar gemeen hebben dat ze allemaal (zeer) weinig geld te besteden hebben. Als ze bij de kledingbank binnenlopen kunnen ze voor de meeste soorten kleding 1 x per 2 weken 5 kledingstukken kopen voor een heel laag bedrag. En een keer per kwartaal een ander kledingstuk zoals jassen, sportkleding etc.

"We doen aan armoedebestrijding", zegt Wietske. "En dat niet alleen. De kledingbank heeft ook een sociale functie. We horen hier waar mensen in hun levens tegenaan lopen. En dat zijn best indringende, persoonlijke verhalen. Als we kunnen helpen, doen we dat. Al is het alleen al met het geven van liefde, aandacht en gezelligheid. Maar ook door het zeer goedkoop verkopen van kleding en spullen. Zo kunnen bijvoorbeeld kinderen weer kleding dragen die passen bij het seizoen. In plaats van dat ze in de zomer nog winterschoenen dragen omdat ze niets anders hebben."

Met elkaar. Dat zijn niet alleen Wietske en Vincent. Maar ook de 35 vrijwilligers die actief zijn bij het uitzoeken en sorteren van kleding en spullen. Want naast kleding is er ook ruimte voor een 'eurowinkel” met ‘verfraaiingen voor in de woonkamer'. Hier worden, borden, kopjes, kandelaars, pannen etc. voor een heel klein prijsje verkocht worden. Het aanbod is netjes en verzorgd. "Er mogen overigens graag meer vrijwilligers bij komen," zegt Vincent. "Na de coronaperiode is het aantal vrijwilligers gehalveerd. Dit terwijl zowel het aanbod van kleding en de vraag van 'cliënten' alleen maar groeit. Extra vrijwilligers zijn nodig."

Elke dag worden er vuilniszakken met kleding en spullen gebracht. Soms wel tot 100 zakken per dag. Uit Zoetermeer, maar ook daarbuiten. Soms met kleding waar de prijskaartjes nog aan zitten. Dit laat zien dat er een groeiend verschil is tussen arm en rijk. Aan de ene kant het stijgende aanbod aan mooie kleding en spullen van mensen die dit een tweede kans willen geven. En aan de andere kant het verhaal dat onze cliënten hun eigen pannen moeten plamuren omdat deze lek zijn. Omdat er geen geld is om andere pannen te kopen. Zo komen vraag en aanbod bij elkaar. Al lijken het soms wel 2 gescheiden werelden.

Kleding dat de winkel niet haalt omdat de kwaliteit te laag is, wordt apart gesorteerd. Deze gaan naar een organisatie die er nog kleding uithaalt voor gebruik in vluchtelingekampen. Ook gaat een deel naar studenten van de modevakschool. De overgebleven stoffen worden gebruikt wordt voor het maken van nieuwe materialen zoals autobanden. Zo is de kledingbank onderdeel van een totaal recycleproces.

Zelf hebben Wietske en Vincent het ook niet makkelijk gehad. Maar het werken in de kledingbank doet hun allebei goed. Ze werken er allebei ongeveer 10 jaar en hebben er geen moment spijt van. "Voor mij is het een redding geweest", zegt Wietske. "Ik zat in een hele moeilijke periode toen ze me vroegen of ik iets wilde doen bij de kledingbank. Na enige twijfel heb ik toch besloten om het te gaan doen. Want als ik het toen niet had gehad had ik het nooit meer gedaan." Vincent werkte, voordat hij hier aan de slag ging, als chef-kok zo'n 60 tot 70 uur in de week. Tot zijn lichaam zei dat het niet meer ging. "Ik werk nu ook veel, maar als het even een dag niet meer gaat is dat ook okay."

De kledingbank krijgt geen subsidie. Daarom moeten ze ook iets verdienen om de kosten van onder andere de huur te kunnen betalen. Een moeilijke balans omdat ze de prijzen niet te hoog willen laten stijgen. "Een kandelaar in de kringloopwinkel kost al gauw 4 euro. Dat is voor veel mensen al te veel. Hier kun je het voor 1 euro kopen."

De kledingbank MEVE zit aan de Dijkwater 3 in Meerzicht. De openingstijden zijn van dinsdag tot en met vrijdag van 9:30 tot 15:30 uur.